Sorong 1962
An art installation by
Tanya von Barnau Sythoff
Wendela de Vries
Alfred Banze

In cooperation with
Ulrich Krauss

Zagreus Projekt
Brunnenstrasse 9a, Berlin

 
sorong
Sorong 1962

Wendela de Vries (1960) is Nederlands beeldend kunstenaar en woont en werkt in Amsterdam. Zij werd geboren in Enschede en groeide op in Sorong, Paramaribo en op Bonaire. In 1962 woonde zij met haar ouders, de leraren Wim en Nel de Vries-Verkuyl (die samen de Primaire Middelbare School leidden) in Sorong, een stadje aan zee in – toen nog – Nederlands Nieuw-Guinea. Het was het allerlaatste jaar van het Nederlandse imperium in Azië. In oktober 1962 droeg Nederland onder grote druk van de internationale gemeenschap en een dreigende oorlog Nieuw-Guinea aan Indonesië over. Een turbulente tijd dus, waar zij als tweejarige weinig van merkte. Een ‘optocht’ van soldaten met muziek was net zo interessant als schelpjes, kleurkrijt en een vodje papier.

In de installatie ‘Sorong 1962’ bij Zagreus Projekt in Berlijn gaat zij samen met Tanya von Barnau Sythoff op zoek naar dat vreemde jaar en die plek, waar hun beider ouders en hun gezinnen vlak bij elkaar woonden. Hebben zij er ooit samen in het zand gespeeld? Het werk van de Vries is poëtisch en nostalgisch van sfeer, maar zij gaat de moeilijke vragen over kolonialisme – toen en nu – niet uit de weg: ‘In Nederland is het zelfonderzoek naar ons koloniale verleden nog niet zo lang geleden van de grond gekomen. Maar het blijkt veel gemakkelijker om naar anderen te wijzen dan de eigen geschiedenis van honderden jaren kolonialisme eerlijk onder ogen te zien. Zelf vind ik de verbale strijd op social media nodig en ik doe er aan mee, maar vind het soms confronterend en pijnlijk als ik aan de goede intenties van mijn ouders denk. ‘White privilege’ is een begrip dat mij de laatste tijd veel inzicht gebracht heeft.
Aan de generatie van mijn dochter zie ik dat we in Nederland kunnen toegroeien naar een inclusieve samenleving. In mijn beeldende kunst kan ik, subtieler en gelaagder dan in woorden, laten zien wat anders onzichtbaar zou zijn gebleven.’


Brieffragmenten

Sorong (5-6-1962)
Nel staat weer voor de klas. Zoals je in Holland wel in de krant gelezen zult hebben is een deel van de vrouwen en kinderen uit Sorong geëvacueerd, ook de laatste lerares is er vandoor. Haar klasje van zeven leerlingen moet toch doordraaien. Wendela vindt het prachtig. Meestal zit ze bij Nel in de klas, waar ze een eigen schoolbordje heeft met een hoop kleurkrijtjes. Maar ook vaak komt ze in mijn klas binnenlopen of speelt met Robert, de tuinjongen, op het schoolerf.
Wim


Sorong (4-9-1962)
Vandaag is een postdag, maar net als vorige week is er geen post uit Europa.
Dat belooft wat voor de toekomst...Wim en ik waren vast van plan bij te tekenen, als ik tenminste ook een aanstelling aan onze P.M.S zou krijgen. Als er maar ooit eens door de Verenigde Naties een berisping aan Soekarno gegeven werd, maar alles wat hij doet wordt van die zijde goed gevonden... En wat moet dat worden als de Hollandse soldaten weggaan?
Die 1000 Pakistaanse VN-soldaten kunnen niet veel beginnen als de Papoea-politie slaags raakt met de paar duizend Indonesiers die na 1 oktober wel te voorschijn zullen komen uit de jungle. Dan zit je daar als Hollands gezinnetje wel heel raar tussen!
Nel


Sorong (11-10-1962)
Onze laatste brief uit Sorong. Het is hier nu onwaarschijnlijk stil.
De luchtafweer (LUA) is vertrokken. Een duizend man op het schip The Seven Seas. Wij drieën hoorden tot de zeer weinige uitwuivers. De burgers zijn al een paar dagen eerder vertrokken.
Onze school was helemaal omringd door LUA. Vrijwel in alle huizen om ons heen zaten ze en in ons internaat zaten onderofficieren. Bijna iedere avond woei hun gelal naar ons over, vooral de laatste weken. Nu heerst er een weldadige rust.
Maar inmiddels zijn de soldaten van de V.N. geland, het volgens De Quay uitstekend gedisciplineerde leger dat geacht wordt ons voldoende bescherming te bieden. Waartegen? Tegen de Papoea’s? Maar die zijn uitermate vriendelijk! Als we een wandeling maken met Wendela in het wagentje, dan kijken ze vertederd naar ons alsof ze zeggen willen: ‘Ach kijk, daar gaan een paar Hollanders die ons nog niet in de steek hebben gelaten. Die willen nog bij ons blijven.’
Van de Indonesische soldaten hebben we geen last, die zien we niet.
Ik ben nu toch wel blij dat mijn voornemen om nog een paar maanden als UNO-official te werken op niets is uitgelopen, door de laksheid van Hollandia. We kregen pas na 4 weken antwoord, toen onze plannen alweer gewijzigd waren.
We kunnen nu niet meer terug. We gaan weg.
Nel, Wim en Wendela


Brisbane, Australia (24-10-1962)
Forced out of Dutch New Guinea by Indonesian take-over, two-year old Wendy De Vries arrived in Brisbane today on her way back to Holland. Her father, a schoolteacher in Sorong, Dutch New Guinea, will stay three weeks in Brisbane before returning to Holland to start a new life.
Daily Telegraph


Amsterdam (21-11-2017)
Wat ik nog denk te weten van Sorong:
Grote rode bloemen in onze tuin, mijn poppen Nina en Corrie, schelpjes, zand, gras, en de smaak van de restjes koffie met suiker uit de kopjes van grote mensen. Gezelligheid. Op schoot. Liedjes zingen en tekenen.
Van ons gedwongen vertrek uit Sorong herinner ik me alleen onze hut op de Willem Ruys, en het verplichte kinderdek. En van Australië dat ik in de Zoo van Brisbane een koala mocht vasthouden en tijdens ons verblijf daar de mazelen kreeg. ‘Geef kindje maar ijs’, huilde ik koortsig.
Wendela